De woorden in dit verhaal zijn:
mevrouw, lip, goud, oranje, voetbal, ring, bos, film, avond en duur.
Verhaal:
Johan heeft samen met vader, moeder en zijn twee zusjes het avondeten opgegeten! Hij neemt nog snel de laatste hap van de heerlijke chocoladevla. Een beetje te snel, want de lepel raakt zijn lip. De familie begint te lachen! ‘Je hebt een snor’, roept Marjan. ‘Ja, maar je kunt hem aflikken’, gilt Linda. Zijn moeder geeft hem een papieren servet. Ziezo, dat is weer oké.
Johans gedachten zijn ergens anders. Deze avond gaat hij met zijn papa op stap. Hij heeft al een mooi shirt aan. Op zijn borst staat de naam van een club. Pa en hij zijn er allebei lid van. Over zijn stoelleuning hangt een oranje sjerp, die gaat mee. Jullie weten niet waarnaartoe, hè? Het heeft met een voetbal te maken! Zij gaan naar een wedstrijd, die heel belangrijk is. Hun club speelt een kampioenswedstrijd in een ander dorp. En weet je wat het leuke is? Tussen de beide dorpen ligt een bos! Daar dwars doorheen loopt een zandpad, van het ene dorp naar het andere.
Het dorp waar Johan woont is klein, omgeven door grote en kleine boerderijen. In het andere dorp staan veel huizen, maar ook een flat. In die flat wonen veel oudere mensen. Het staat vlakbij het stadion met een sportveld. In het stadion wordt vanavond de belangrijke wedstrijd gespeeld.
Vader en zoon gaan naar het zandpad. Johan zwaait met zijn sjerp. Na een poosje zien zij van de andere kant een mevrouw aankomen. Wat doet zij raar! Zij loopt heel voorzichtig en het lijkt wel of ze huilt!? Pa begint sneller te lopen. Johan holt mee. ‘Kan ik u helpen?’, vraagt pa.
‘Ik heb pijn aan mijn teen’, snikt de vrouw. ‘Maar dat is het ergste niet. Ik heb mijn ring verloren! Een oude van goud met een grote diamant. Hij is erg duur!’ ‘Hoe kon dat gebeuren?’, vraagt vader. Hij herkent haar. ‘Ik liep zachtjes te zingen en toen kwam er een grote vogel aanvliegen! Och wat schrok ik. Bijna raakte hij me. Ik sloeg met mijn hand en toen schoof de ring van mijn vinger’.
Ze snikt nogmaals. ‘Ik kan hem niet vinden!’ ‘Weet u nog waar het was?’ ‘Ja, er staat een boom met een witte stam’. ‘Een berk!’, roept Johan. Ze lopen erheen. Ze zoeken op de grond, of ze de ring kunnen vinden. ‘Ik zie hem!’ schreeuwt Johan. Hij wijst naar een glinsterend ding op de grond. De zon schijnt erop. En ja hoor, het is de ring! Wat is die vrouw blij! ‘Je krijgt wat geld voor je spaarpot, wat zou je nog meer willen hebben?’ ‘Niets, ik ben blij dat ik de ring terugvond.’
‘Wij gaan nu gauw naar het stadion.’ ‘Ik ga er juist weg. Veel te veel lawaai voor mijn oren. Ik woon in de flat. Ik ga een spannende film op t.v. bekijken bij mijn vriendin in jullie dorp. Succes voor jullie club. Ik kom een keer bij jullie langs. Wat ik beloofd heb krijg je hoor! ‘
En hij kreeg veel meer. Hun club werd kampioen!! Hiep hoy!!!!