De woorden in dit verhaal zijn:
feest, jas, kapper, 100 jaar, ballon, beer, appel, nootjes, meisje en fles
Verhaal:
Het is druk op het schoolplein. Nog even dan is het tijd om naar binnen te gaan. Hé wie komt daar aanlopen? Het is een meisje. Je kunt niet zien wie het is. Ze heeft feestkleding aan. Ook een grote hoed op. Zij kijkt steeds naar de grond, zodat je haar gezicht niet kunt zien. In haar ene hand heeft zij een tas, in de andere een ballon.
De schooldeur gaat open. Juf Martha komt naar buiten. Zij steekt haar handen omhoog en roept: ‘Welkom Tineke, achterkleindochter van een vrouw, die vandaag 100 jaar wordt! Een heel bijzondere dag; ook voor jouw familie.’
Tineke haar hoofd gaat omhoog, zodat iedereen haar gezicht kan zien. Ze lacht zo blij. Ze doet de hoed af. Iedereen kan nu zien hoe mooi de kapper haar krullen geknipt heeft.
De andere meesters en juffen komen ook naar buiten. Die weten dus wat er gaat gebeuren! Eén meester heeft een viool en één juf een blokfluit. Juf Martha gaat naast Tineke staan en zegt: ‘Ik zeg het nog een keer. Het is een heel bijzondere dag. Een vrouw die zo oud wordt. Ik zal het jullie laten zien hoeveel jaar’. Zij wijst 10 kinderen aan. ‘Komen jullie even naar mij toe?’
Daar staan ze, netjes naast elkaar. ‘Steken jullie je handen eens omhoog. De vingers en duimen moet iedereen goed kunnen zien’. Sommigen van de tien helpers moeten nog wat draaien met de handen.
Dan zegt juf Martha: ‘Elk kind heeft aan elke hand vier vingers en één duim. Dat is samen ….. vijf. Twee handen omhoog is het 5 + 5 en dat is samen ……10.
Tineke’s overoma is de moeder van haar oma. Overoma is vandaag zo oud geworden. Net zoveel als alle omhoog staande vingers en duimen van dit rijtje kinderen! Ik heb het al gezegd…….jaar!’ Veel kinderen hebben het goed.
Eén van de kinderen uit het rijtje kijkt naar de grond. Daar ligt haar beer, die had ze laten vallen, toen de handen omhoog moesten. Eén van de juffen ziet het kind kijken en pakt het beestje op. ‘Ik pas er wel even op’.
De tien kinderen kunnen terug naar hun plaats! ‘En nu gaan we zingen’, zegt juf Martha. Er worden een paar verjaardagsliedjes gezongen! Er wordt natuurlijk ook muziek bij gemaakt! Een vrolijke boel wordt het.
‘En nu allemaal naar je eigen lokaal. Als het speelkwartier is, krijgen jullie wat lekkers. Dat hoort bij zo’n bijzondere dag.’ Er wordt een fles drinken omhoog gehouden. ‘Er staan nog genoeg in de hal. Ook zakken met nootjes en ander lekkers’. Over een uurtje kunnen ze daar allemaal van genieten. Als iedereen binnen is, kun je op het schoolplein een speld horen vallen zo stil is het. Dat
duurt niet lang. Een uurtje is zo voorbij. Het feest gaat weer door! ‘Viert jouw oma haar verjaardag niet?’, vraagt één van de jongens. ‘Jawel’, zegt Tineke, ‘Zaterdag met de hele familie. In een zaal bij het strand. Dat wilde ze zelf graag. Zij wilde de zee zo graag nog eens zien!’
Als iedereen een hapje en drankje gehad heeft, gaan ze weer naar binnen. Bij de deur glijdt één van de meesters bijna uit over een platgetrapte appel. Het lijkt meer op een hoopje appelmoes.
En wat ligt daar buiten achter de bank? Een jas van één van de kinderen. Die wordt bij de buitendeur opgehangen. Wie hem mist ziet hem daar vast wel!
Dit is voor de meesten een heel aparte dag. Vast en zeker! Er zijn niet veel mensen die 100 jaar worden!