De tien woorden in dit verhaal zijn:
aardappel, brand, boterham, geld, handdoek, haar, hoesten, kam, leeuw en lucht
Verhaal:
‘Kom je vlug naar de douche Lenny, dan help ik met het wassen van je haar!’. Het is al de tweede keer, dat mama dit roept!
Lenny heeft haar kleren al uit, maar heeft geen zin om onder de douche te gaan. Haar krullenbol wassen vindt zij een ramp. Al dat water langs je gezicht en dan dat schoonmaakspul, de haarshampo. Maar ja, het moet nou eenmaal. Het enige wat fijn is, is dat de shampoo een lekkere lucht heeft. Eenmaal onder de douche is het toch weer snel klaar! Alleen moet ze in die tijd erg hoesten.
‘’t Lijkt wel of je verkouden bent’, zegt mama. ‘Kom maar gauw, hier is een handdoek. Ik droog je koppie wel. Denk erom, de rest van je lichaam moet goed droog. Als je aangekleed bent, haal ik wel een kam door je haar. Ik ga je ontbijt klaar maken. Papa is al naar zijn werk. Hij moest vroeg weg en komt vanavond laat thuis’.
Mama gaat naar beneden. Ze heeft nog veel klusjes te doen. Was in de machine. Stofzuigen, want dat is echt nodig! Ze heeft een dag vrij genomen van haar werk. Lenny hoeft vandaag niet naar school. Kunnen ze vanmiddag samen naar de dierentuin. Dat is Lenny’s lievelingsuitje.
Als dochterlief klaar is met aankleden, kijkt ze in de spiegel. Ze haalt haar vingers door haar krullenbol. Daar moet nog wel iets aan gebeuren. Zo denkt haar moeder er ook over. Die pakt een grove kam en doet het werk heel voorzichtig. Het wordt een mooi kapsel.
‘En nu eten, meiske! Je boterham en krentenbol liggen al klaar op je bord. Daarna moet je jezelf even vermaken. Dat nieuwe stripboek heb je nog niet ingezien, toch? Ik kijk nog even naar het journaal op de t.v.. Ik zag eerder dat er een brand geweest was in het bos vlak bij de dierentuin. Alles is geblust. Wel was er een beetje drukte, want een leeuw was in paniek geraakt en had brullend heen en weer gelopen. Gelukkig wordt er nu gezegd dat het beest weer kalm is. Toch wil men een extra brandbeveiliging aanbrengen langs de afscheiding tussen bos en dierentuin. Dat kost natuurlijk geld. Iedereen die mee wil werken dat die beveiliging er komt, kan wat mee betalen. Alle beetjes helpen!’
Als Lenny en haar moeder ’s middags bij de dierentuin komen, ruiken ze de brandlucht nog wel, maar de koning der dieren ligt rustig te slapen. Ze horen ook dat er al behoorlijk veel gegeven was voor het goede doel. Lenny mag ook wat geven.
Het is een heel leuke middag. Er zijn veel jonge dieren bijgekomen! ‘En nu wordt het etenstijd’, zegt mam. ‘Ik heb geen voorraad in huis. Gister hebben we de laatste aardappel opgegeten. Zullen we maar weer eens pannenkoeken gaan eten onderweg naar huis?’ Denk je dat Lenny daar bezwaar tegen heeft?