De tien woorden in dit verhaal zijn:
beker, bus, kop, hek, tuinslang, tuin, water, geld, trein en kwijt

Verhaal:

Ernie zit met zijn mama in de kamer. Hij kijkt t.v. en mama leest de krant. Zij drinkt een kop koffie. ‘Mam ik wil zo graag ook eens een reisje maken met een trein’, zegt Ernie. ‘Hoe kom je daar zo ineens bij?’, vraagt mam. ‘Ik zag er op de t.v. één rijden. Er zaten een paar jongens in, die hadden zo’n lol. Vooral toen ze ineens door een tunnel reden! Ze gilden het eerst uit van de schrik, maar daarna van plezier!’ ‘We zullen zien of we binnenkort eens weg kunnen!’

‘Ik ga nu eerst de tuinslang opruimen! Je weet dat pa gisteravond de planten en gazon water gegeven heeft. Alles in de tuin was zo droog. Vanmorgen heeft hij de tuintafel gerepareerd. Daarbij heeft hij een wond aan zijn hand gekregen. Hij is nu even bij de dokter. Hij belde dat hij er zo aankomt. Gelukkig was er niets ergs gebeurd’. Ernie zit met zijn mama in de kamer. Hij kijkt t.v.

Ernie gaat mee de tuin in. Hij wil graag zien hoe je zo’n slang goed op kunt rollen in zo’n houder. Alles is in de tuin zoals het moet zijn als mam de tafel ook weer netjes neergezet heeft. ‘Ik ga nu het middageten klaarzetten’. Als papa thuiskomt, houdt hij een hand op zijn rug. ‘Niet schrikken hoor’, zegt hij lachend. Dan mogen ze zien wat de dokter gedaan heeft. Natuurlijk nadat hij de wond  behandeld had. Er zit een stevig verband om de hand. Dat moet een paar dagen blijven zitten. Werken kan hij dus wel vergeten.

‘Nou’, zegt mam, ‘Misschien hebben wij wel een leuk idee om te doen. Ernie, vertel jij maar eens wat jij zo graag wilt’. (Jullie weten dat al hè?)

En wat zegt papa? ‘Laten we dan morgen meteen maar gaan. Ik zoek wel een mooie rit uit!’ Het eten met één hand gaat voor pa een beetje moeilijk. Ernie en mama helpen waar het nodig is. En gelachen wordt er ook nog. Ernie stoot bijna zijn beker met melk om.

Pa zoekt een leuke rit uit. ‘Pa’, vraagt Ernie, ‘Heb je nog wel geld voor die reis? Je hebt eens een keer gezegd dat we niet op vakantie gingen, omdat al het spaargeld op was. Uitgegeven aan spullen in huis tijdens de verbouwing’. ‘Daar hoef jij je geen zorgen om te maken knul! Geniet maar van dat vrije dagje’.

En dat werd genieten. Eerst met de bus naar het station. Daar overstappen op het andere vervoer. Er is heel veel zien. Ook nog twee keer een rit door een tunnel. En meer leuke dingen doen. Lekker etentje in de trein.

Als ze weer thuis zijn zegt papa, als Ernie naar bed gaat: ‘Jongen, we zijn nu wel wat poen kwijt, maar van deze dag krijgen we nooit spijt. Droom er maar lekker van!’