De tien woorden in dit verhaal zijn:
tent, schoorsteen, merel, tuinhek, koe, voetbalschoen, fluit, muts, rivier en slijper
Verhaal:
De voetbalclub van Loes en Marius bestaat 10 jaar! 2 Maanden geleden heeft de club een feest gevierd in een grote tent. Nu wordt er een wedstrijd gespeeld door de jeugdteams. Het wordt vast heel spannend. Weet je wat men van plan is? Het jongens elftal speelt tegen het elftal van de meiden! Beide elftallen zijn heel goed!
Dat is, voor zover men weet, in de omgeving nog nooit gebeurd! Zullen er veel toeschouwers komen? Loes en Marius wonen naast elkaar en trappen vaak een balletje op een veldje. A.s. zaterdag is het zover.
Er wordt veel over de wedstrijd gepraat. Er zijn, zowel jongeren als ouderen, die vinden dat het een belachelijke wedstrijd wordt.
Jongens zijn toch veel sterker! Sommigen hebben zelfs bordjes opgehangen. Op de gekste plaatsen.
Ik zal er een paar noemen! Een koe had er een om zijn nek. Daar stond op: ‘Boe, ik word moe van al dat voetbalgedoe.’ Het hing er gelukkig niet lang! Hier en daar hing er een aan een tuinhek: Ga kijken naar 2 teams van SHF: Sport Houdt Fit – Jongens tegen meiden!! Winnen kunnen zij beiden!!!
Er hing ook een bord aan de muur bij het gemeentehuis. Het was voor iedereen goed te zien: ‘Jongens en Meiden zullen ons verblijden. Het voetbalspel dat zij gaan spelen, zal ons zeker niet vervelen!!’
En dan komt de dag, dat het gaat gebeuren! De beide teams gaan het veld op en stellen zich op, op de afgesproken plaatsen. Als de fluit van de scheidsrechter klinkt, gaat het beginnen. Een meisje mag de aftrap nemen. Het wordt een spannende wedstrijd. Het publiek is gelukkig heel sportief. Soms wordt er gefloten, maar veel geklapt.
En dan komt er een doelpunt! Prachtig ingeschoten door Ilse! 1-0 Voor de meiden! Er klinkt wat boe-geroep en gefluit, maar vooral veel gejuich en geklap!
Een jongeman is kennelijk niet blij! Hij smijt een voetbalschoen op het veld! De coach van de jongensploeg pakt de schoen op.
Hij roept naar de gooier: ‘Kom hem maar halen in de kantine na de wedstrijd!’
De coach krijgt applaus van het publiek. Velen kennen hem. Hij is ook winkelier van gereedschappen en bovendien een goeie slijper van spullen die bot geworden zijn. Bij voorbeeld dure messen en schaatsen. Ook is hij verkoper van de muts van de club. Daar staat hun clubnaam op. Nu is te zien, dat er veel van verkocht zijn. Men zwaait ermee.
Er wordt gefloten voor de rust. De stand is niet veranderd! 1-0 Voor de meiden. En daarna?
Dan krijgen de jongens een mooie kans en de stand wordt dus 1-1. En dat blijft tot het eind. Lang kunnen ze niet juichen of joelen. De spelers verlaten het veld. Er wordt gedoucht.
Samen gaan ze met een bus naar een boot op een rivier. Dat was afgesproken! Lekker een eindje varen, dan komen ze weer tot bedaren. Een lekker hapje en drankje helpt daar vast wel bij! Een merel op een paaltje in het riet, zingt het hoogste lied.