De tien woorden in dit verhaal zijn: taart, armband, eskimo, neus, krokodil, bladeren, leeuw, stoel, regenboog en tafel Verhaal: ‘Opa wat ben ik blij, dat ik geen Eskimo ben! Ik zag […]
(66) Zo iets moois zie je niet vaak!
De tien woorden in dit verhaal zijn: schrift, magneet, rondje, tekening, fopcadeautje, vogelhuisje, plant, WC, uil en plak Verhaal: ‘Koos het is droog. Het zonnetje komt zelfs al tevoorschijn. Zullen […]
(65) Verhaaltjes verzinnen kan met hulp van woordjes, maar ook met dingen!
De tien woorden in dit verhaal zijn: dobbelsteen, radio, struik, fiets, afstandsbediening, plakband, schoenen, verteltafel, pop en fruit Verhaal: ‘Ruben zet je radio eens een beetje zachter. De hele buurt hoeft […]
(64) Op de TV kun je veel herhalen!
De tien woorden in dit verhaal zijn: ridder, vis, wind, zandbak, klok, frietjes, bad, jurk, buis en vinger Verhaal: ‘Oh papa, er is nu zo iets moois te zien op […]
(63) Een mooi lied blijft mooi klinken!
De tien woorden in dit verhaal zijn: punt, puzzel, gitaar, wip, draaien, kruispunt, zinken, doodstil, kraag en pretpark Verhaal: ‘Papa, de kraag van je trui zit niet goed!’, roept Janneke. […]
(62) Een droom hielp boeven te pakken!
De tien woorden in dit verhaal zijn: brief, trots, kussen, politie, kruipen, tent, stapel, weg, wachten en logeren Verhaal: Dorian ligt op de bank in de kamer. Hij trekt een […]
(61) Iets winnen of verliezen; beide kan op 1 dag!
De tien woorden in dit verhaal zijn: papier, krat, feest, dief, hoofd, koffer, autoweg, ijscoman, kar en buurjongen Verhaal: ‘Mam nog een paar dagen hè, dan is het feest! Ik ben […]
(60) Julian verandert het woord neus in muts.
De tien woorden in dit verhaal zijn: rommel, draak, auto, feestmuts, tafel, nicht, wortel, tak, hok en bus Verhaal: ‘Mien waar is mijn feestneus? Mien waar is mijn neus? Waar is mijn […]