De tien woorden in dit verhaal zijn:
punt, puzzel, gitaar, wip, draaien, kruispunt, zinken, doodstil, kraag en pretpark
Verhaal:
‘Papa, de kraag van je trui zit niet goed!’, roept Janneke. ‘Val me daar nu niet mee lastig. Je ziet toch dat het druk is op de weg! Je zou mee opletten, wanneer we het bord dat we een kruispunt naderen te zien krijgen’. ‘Daar zie ik het bord’, zegt mams. ‘Zie jij het ook Janneke?’.
‘Ik zie iets veel leukers. 2 kinderen zijn bezig op een wip in de voortuin van een huis. En een lol dat ze hebben!’.
‘Wil je nu wel eens doodstil zijn’, moppert pa. ‘Straks mag je kletsen, zoveel als je wilt. Gelukkig, daar kunnen we de afslag nemen. Die weg is inderdaad veel rustiger’. Pa zucht even diep.
‘Mag ik wel wat vragen pa? Waar staat het kruis? Op de plaats, waar we een andere kant opreden zag ik niets. Het is toch een rotonde? De moeder van Meta heeft daar ook eens met ons gereden. Ze wist niet goed, welke weg we moesten ingaan. Ze bleef maar ronddraaien. Wel 2 rondjes. Toen zag ze het bord met de plaatsnaam waar we naar toe moesten. We hebben toen veel gedaan en gezien. We gingen naar een pretpark. Gaan wij daar ook eens naar toe?’.
‘Misschien volgend jaar. Dan zijn papa en ik 10 jaar getrouwd. En je had het over een kruis? Die staat daar niet! Die zie je soms aan de kant van de weg, op een plein of kerk. Aan dat kruis hangt dan een man. Dat is Jezus! Maar dat weet je wel he?
Pa stopt de auto op een parkeerplaats bij een winkelcentrum. Midden op dat terrein is een vijver met een fonteintje. Leuk om te zien, maar niet om er in te kijken! Er ligt veel troep in. Vooral in de vakantietijd. Zo nu en dan wordt het schoongemaakt. Wie gooit er nu rommel daarin? Er staat toch een afvalbak vlakbij!?
‘Mam, je krijgt nog een puzzel van mij voor je verjaardag. Die je toen van mij kreeg vond je veel te gemakkelijk! Ik mocht hem in de boekhandel terugbrengen. Ik kreeg het geld terug. Dat geld zit nu in mijn knippie: in mijn broekzak. Wil je in deze winkel kijken of ze een voor jou hebben? ‘Ja, maar er zit niet 1 , doch veel van die invulblaadjes in’, zegt ma plagend. ‘Ja het is een boekje. Dat bedoelde ik ook! Soms zit er een potloodje bij!’ ‘Gemakkelijk’, zegt ma. ‘Alleen moet er wel een scherpe punt aanzitten om te schrijven’.
Als ze de winkel binnenkomen horen ze muziek. Er wordt gezongen en heel mooi gespeeld op een gitaar.
Mama’s gezicht begint te glunderen. ‘Lennie Kuhr’, roept ze. ‘Dat was oma’s lievelingslied. ‘De Troubadour’
Mijn moeder was er gek op. Zij zong altijd mee. Die zangeres heeft ooit gewonnen op het songfestival. Ze speelde toen zelf ook op dat instrument’.
‘Ik vind het ook heel mooi’, zegt Janneke. Terwijl ze door de winkel lopen neuriet mama. Een leuke herinnering! Ze kopen een paar spullen. Ook een nieuw puzzelboekje voor mama’s.
Als ze buiten komen begint de zon te zinken achter de horizon. Een heel mooi gezicht!