De tien woorden in dit verhaal zijn:
taart, armband, eskimo, neus, krokodil, bladeren, leeuw, stoel, regenboog en tafel

Verhaal:

‘Opa wat ben ik blij, dat ik geen Eskimo ben! Ik zag net een film op de TV. In het land waar hij woont, is het altijd koud!’ Dat roept Sabiene.
Opa lacht. ‘Wat wil je dan wel zijn? Vorige week zag je in de krant een foto van een krokodil in een brede rivier. Je zou niet graag zo’n monster willen zijn!’ ‘Als ik mag kiezen, zou ik een leeuw willen zijn! Mama zei ooit, dat het een heel belangrijk dier was. De koning van de dieren!’

Opa zucht en zegt: ‘Dan had je een jongen moeten zijn. Jij zou dan een leeuwin worden.’ ‘Maar wel een koningin. Dat is toch ook mooi? Een leeuwenkoningin. Ik heb dan geen arm om mijn mooie nieuwe armband om te doen. Maar dat hindert niets. Hang ik dat ding wel aan mijn neus.’

‘Dan krijg je een rustig leventje. Je hoeft dan niet op jacht om te eten vangen’, zegt opa lachend. ‘Waarom niet?’ ‘Het wild komt naar jou toe om je neusband te bewonderen. Je kunt dan uitzoeken wat je lekker vindt’. Sabiene trekt haar neus op.

‘Voor het zover is, ga ik eerst de bladeren in de tuin opruimen. Dat wordt wel eens tijd. Help je mee? Het kan nu nog’, zegt opa met een knipoog. ‘Oma zal blij zijn, dat die rommel weg is. Ze zal wel gauw thuiskomen!’

Als ze buiten komen, zijn ze allebei verbaasd. Er hangen een paar donkere wolken in de lucht. Het ziet eruit als een mooi schilderij. Tussen de wolken zien ze heel mooie kleuren. En weet je waarvan? Een regenboog! En ze zien ook nog een beetje zonlicht Prachtig! Maar oma zal nog even moeten wachten op een bladvrije tuin. Het begint te druppen en dat is nog maar het begin. Net op tijd zijn ze binnen.

Oma stopt met de auto voor de deur. Ze had de bui al zien hangen. De boodschappen laat ze achter in de auto liggen.

Eén pakje neemt ze mee naar binnen. Bijna tegelijkertijd zijn ze alle drie binnen. Twee door de achterdeur en één door de voor……. In de keuken zien ze elkaar. Alle drie hebben ze zin in een lekker hapje en drankje. Gisteren is opa jarig geweest. Er is nog gebak over. Een heerlijk stuk taart. Oma snijdt er voor ieder een stuk af. Opa zorgt voor het drinken. Sabiene kijkt of er ruimte is op de tafel om alles neer te zetten. Terwijl ze heerlijk zitten te genieten, haalt Oma het pakje uit haar tas.

‘Dit leek me leuk voor jou.’ Sabiene doet de verpakking eraf. Kijkt verbaasd en dan jubelt ze het uit: ‘Hoe wist oma het?’ Nu kijkt oma verbaasd. Op de doos staat een leeuw. Het is een puzzel. Opa roept: ‘De wonderen zijn de wereld nog niet uit.’ In het kort vertelt hij, waar Sabiene en hij over gekletst hadden.

Het is droog geworden. Oma haalt de boodschappen uit de auto. Wat doen de andere twee? Zij gaan puzzelen. Opa schuift de stoel van Sabiene wat dichterbij. Het gepas en gemeet van die kleine stukjes valt voor die twee niet mee. Maar ze weten, wat ze uiteindelijk zullen zien. Leeuwin Sabiene! Alleen de armband door de neus zal ze erbij moeten tekenen! Jullie weten wel waarom hé?