De tien woorden in dit verhaal zijn:
piramide, stam, hek, vlieg, rok, streep, visjes, politie, flamingo en stoel
Verhaal:
Opa heeft uit de achterbak van de auto een stoel gepakt. Eentje die je uit kan klappen. ‘Ga hier maar lekker op zitten’, zegt hij tegen zijn vrouw. Hij helpt haar even. Oma lacht: ‘En jij dan, jouw benen zijn ook de jongste niet meer!’ ‘Maar opa heeft veel gevoetbald!’, roept Teun.
‘Dat is waar, ach jullie kunnen wel op die dikke stam van die omgewaaide boom gaan zitten!’, antwoordt oma. ‘Ik ga eerst even naar dat vijvertje kijken of ze er nog zitten!’
‘Teun, die diertjes zitten niet, maar zwemmen!’, zegt oma lachend. Voor je gaat, wil je dan even mijn tas pakken. Er zit een verrassing in! Teun is nieuwsgierig. Vlug geeft hij oma de tas en wat komt eruit? Een fles lekkere frisdrank, bekers en.. plakken cake. ‘Daar heb ik echt zin in’ zegt de knul. ‘En die vlieg ook.’ Hij wijst naar het beestje. ‘Nu mag je kiezen,’ zegt oma. ‘Eerst naar die kleine zwemmertjes, of…..? ‘ en ze wijst naar het lekkers. ‘Die waterdiertjes wachten wel!’
Ze zitten lekker te genieten. De cake smaakt heerlijk. Bakken…., dat kan oma als de beste. Opa had de bekers al gevuld met de frisdrank. Als Teun zijn beker weer pakt, om het laatste restje op te drinken, schrikt hij toch wel even. Het beestje dat zo goed kan vliegen, kan kennelijk niet zo goed zwemmen. Hij ligt doodstil in het laatste restje in de beker.
‘Gooi dat maar weg’, zegt oma. ‘Ik giet er wel opnieuw wat in.’ Terwijl ze bezig is, horen ze wat. In de verte wordt er vlak bij de vijver een hek open en weer dicht gedaan. Er komen een paar mensen aan. Een man, een vrouw en een meisje. De laatste is heel mooi gekleed. Ze heeft een lange wijde rok aan. Met mooie gekleurde stroken erop. Er staat een rode streep op haar rechterarm. Ze groeten elkaar.
‘Wat zie jij er prachtig uit’, zegt oma. ‘Onze club heeft de eerste prijs gewonnen’, zegt het meisje trots. We hadden een danswedstrijd. ‘Ja’, zegt de moeder ook heel trots. ‘Echte flamenco, een Spaanse dans. Het was prachtig om te zien.’
‘Een dans?’, zegt Teun. ‘Het is toch een grote watervogel. Hij kan zwemmen, lopen en vliegen. Hij is heel mooi.’ ‘Klopt’, zegt de moeder van het meisje. ‘Maar dat niet alleen. Hij kan ook heel mooi dansen. De dans is naar hem genoemd!’
‘Waarom heb je dat rode spul op je arm?’, vraagt Teun. ‘Elke club had een andere kleur’, zegt het trotse danseresje. Ze lopen door.
Opa kijkt op zijn horloge. ‘Over een uur begint op tv die film gespeeld in Egypte. Een heel spannende. Er komt ook nog politie in voor. En waar ik heel nieuwsgierig naar ben? Dat is de piramide een geheimzinnige grafheuvel. Ik heb gehoord dat er daar meer van zijn.’ Hij helpt oma uit haar stoel. Mooi op tijd zijn ze weer thuis! En die kleine zwemmertjes, die ziet Teun later nog wel eens!