De woorden in dit verhaal zijn:
appel, slagroom, mand, knipperlicht, kelder, zak, vlag, pop, wit en prik
Verhaal:
Tilly zit achterin de auto bij tante Dora. Ze zijn net weggereden bij een ziekenhuis. Tante heeft daar iets gekregen, wat Tilly heel eng vindt. Een prik tegen de griep. Op de heenreis had tante verteld wat er ging gebeuren. Een verrassing was het dus niet. Tante is nu wel stil. ‘Doet het pijn tante?’ Voordat tante iets kan zeggen, roept Tilly: ‘Tante, ik zie een knipperlicht branden!’ ‘Ja, heel vervelend; een seintje dat de benzine bijna op is. Hopelijk heb ik nog genoeg voordat er weer een benzinepomp te zien is. Ik had beter op de meter moeten letten. Dat geknipper geeft aan, dat de tank bijna leeg is.’
Gelukkig zien ze heel gauw een benzinepomp. Het probleem is snel opgelost. Terwijl tante de tank laat vullen, ziet Tilly verschillende dingen bij de ingang van de tankgebouw staan. Er staat ook een grote mand. Er zitten een heleboel leuke dingen in. Ook een een hele mooie pop met een heel lief gezichtje.
Zelf is Tilly niet zo’n poppenmoedertje, maar haar buurmeisje wel en die is over enkele dagen jarig. Als tante de auto in wil stappen, vertelt Tilly dat aan haar. ‘Dan parkeren we even op die plaats en gaan we even kijken.’ Het lieve gezichtje steelt ook het hart van tante. Het poppetje wordt gekocht en verpakt in een mooi gekleurde zak. En er komt nog wat bij. Een prachtig wit jurkje! ‘En nu naar huis Tilly’, zegt tante. ‘Oom zal daar nu ook wel zijn. Hij heeft nog een knutselwerkje te doen; een lamp vervangen.’
Dat ontdekte ik gisteravond, toen ik de kelder in wilde gaan. Ik wilde de vlag van de voetbalclub van oom daar weghalen. Maar dat ging moeilijk. Het was daar heel erg donker. De lamp was kapot. Ik wist waar dat wappergeval lag. Na een momentje had ik hem te pakken. Oom staat in het weekend niet met lege handen. Er wordt dan een belangrijke wedstrijd gespeeld!’
‘Weet je wat wij nu gaan doen? Wij gaan samen een lekkere appeltaart bakken! Oh, ik heb nog maar 1 appel, dat is te weinig! ‘Tante! Ze verkopen ook appels en ander fruit bij het tankstation. Ik zag het!’ Als tante terug komt, lacht ze. ‘Gemak dient de mens.’ roept ze. ‘Ze verkopen daar voor het weekend ook kant- en klaar-maaltijden. Eventjes in de magnetron en smullen maar! Kan ik mijn arm ook een beetje rust geven! Nu mag mijn arm nog even in actie komen voor het bakken van de appeltaart. Gelukkig heb ik nog slagroom, want dat hoort erbij. Het wordt een feesttaart! Of de club van oom nou wint of verliest!? Bij winst vieren we dat met hem. En als ze verliezen troosten we hem ermee!