De woorden in dit verhaal zijn:
rails, paleis, koekjes, theezakjes, vieren, dik, wit, bouwen, hesjes, klok
Verhaal:
Daan loopt met zijn opa langs een terrein. Men is daar druk bezig met het bouwen van een groot gebouw. Ze blijven even staan om alles goed te bekijken. ‘Opa, wat ziet het er vreemd uit. Maar wel heel mooi! Zulke stenen gebruiken ze toch nooit. Deze zijn wit. Ik heb dat nog nooit gezien. Het lijkt wel op een paleis. Ik heb een boekje. In het boekje staat een plaatje met ook zo’n groot huis. En in dat grote huis daar woont een prins. Hij is zo dik, dat hij geholpen moet worden met lopen. Twee bedienden heeft hij daar voor.’
‘Ja, dat verhaal ken ik’, zegt opa. ‘Oma heeft het je voorgelezen. Ik heb het toen ook gehoord. Die bedienden wilden de prins helpen om dunner te worden. In de hoek van de tuin deden ze oefeningen met hem. Je kon niet zien wie van de drie de prins was! Ze droegen allemaal een hesje. Alleen had de prins wel de grootste aan. Niet zo moeilijk te raden waarom hè?’ ‘O ja, de prins deed goed zijn best. Na een paar weken was hij een stuk dunner. De bedienden waren zijn vrienden geworden. Ze hadden veel lol met elkaar’.
‘Zullen we nu verder gaan? Over een poosje kijken we nog wel eens hoe dit bouwwerk eruit ziet. En ze komen weer in beweging. Ze moeten nog een eindje lopen voor ze weer bij oma zijn. De weg loopt langs een spoorbaan. Zo nu en dan raast er een trein voorbij. Daan vindt dat leuk. Er wordt gezwaaid. Volgende week gaat hij ook weer een ritje maken met de trein terug naar huis. Met de trein lijkt het altijd of hij steeds rechtdoor rijdt. Ach ja, dat gevaarte volgt met zijn wielen de rails. Korte bochtjes kan hij niet maken.
Met de auto gaat dat toch wel anders! Als ze bij opa’s huis komen, zien ze een auto voor de deur staan. Oma heeft visite. Er zijn twee vriendinnen van haar. Ze zijn er nog maar net. Oma komt uit de keuken met in beide handen iets. In de ene hand houdt ze een doosje met theezakjes, allemaal verschillende smaken. In de andere hand heeft ze een schaal met koekjes. Die zien er zo lekker uit. Dat wordt moeilijk om te kiezen. Drie kopjes met heet water staan al op de tafel. Daar doen de dames zelf hun uitgekozen zakje thee in. Opa heeft in de keuken een kop koffie voor zichzelf gemaakt en voor Daan zijn lievelingsdrankje gepakt.
Oma lacht en zegt tegen Daan: ‘Wij vieren vandaag onze vriendinnendag. Het is veertig jaar geleden, dat we elkaar toevallig ontmoet hebben. Als het kan, komen we elk jaar bij elkaar op deze dag. Maar ik denk, dat je dat wel eens gehoord hebt!’ Ze zitten gezellig met elkaar te kletsen. Het is nooit een erg lange ontmoeting. Ze zien elkaar wel vaker. Als de klok in de kamer zich weer laat horen met luide slagen, vertrekt het tweetal. Hopelijk een herhaling volgend jaar!