De woorden in dit verhaal zijn:
reus, brood, disco, laarzen, boom, kikker, veter, gaatje, sleutel en roeren
Verhaal:
Arnie ligt lekker te slapen. Het heeft wel een poosje geduurd voor het lukte. Hij moest steeds weer denken aan die arme kikker. Het beestje was op het fietspad door iemand aangereden. Ze bewoog nog wel. Terwijl Arnie stond te kijken, kwam er een man op een fiets aan. ‘Wat sta jij daar te loeren?’, riep hij, terwijl hij afstapte. Arnie schrok wel! Wat een lange man. Het leek wel een reus. Hij keek waar Arnie naar stond te staren. ‘Zullen we hem nog een kansje geven om te zwemmen?’, zei hij. Hij pakte het beestje op en gooide het in de sloot naast het fietspad. Eerst gebeurde er niets. Het verdween onder water. Toen leek het of hij schrok en bewoog zijn pootjes. ‘Ga jij nu maar verder. Hopelijk blijft hij in beweging! Waar moet jij heen?’, vroeg de man. Arnie wees naar het huis. ‘Ik zal je er even heen brengen’.
Hij zette de Arnie op de bagagedrager en liep met grote passen naar het aangewezen huis. Moeder stond in de keuken in het beslag voor het brood te roeren. Door het keukenraam zag ze het tweetal aankomen. Vlug liep ze naar de achterdeur. In de haast struikelde ze bijna over een loszittende veter. En of dat nog niet genoeg was, gebeurde er nog iets naars. Mam wilde het slot van de deur opendraaien met de sleutel, maar die viel op de grond. Vlug raapte ze hem op en een beetje zenuwachtig zocht ze het gaatje waar hij in moest. Net op tijd kon ze de deur openen. Haar zoon en de lange man waren er. Even werd er gepraat en vertelt wat er aan de hand was. Ma bedankte de man, dat hij Arnie even thuisgebracht had.
Nu slaapt Arnie dus, maar veel rust krijgt hij niet. Na een paar uur wordt hij wakker van een hoop lawaai. Hij hoort gemopper van de buurman. Die is kwaad op zijn zoon. Die is kennelijk uit geweest en heeft wat te veel gedronken. Hij zal wel weer naar de disco geweest zijn.
Hij ligt nu op een bank onder de boom in hun tuin, luid te zingen. Arnie is niet de enige die het hoort en ziet, als hij het gordijn opzij doet.
Er worden veel ramen in de buurt open en weer dichtgedaan. Een buurman, die een paar huizen verder woont, komt op een paar laarzen aangelopen. Wat er verder gebeurt wil Arnie niet meer zien. Hij doet het gordijn weer dicht en kruipt zijn bed weer in. Hij valt meteen in een diepe slaap.