De woorden in dit verhaal zijn:
kroon, warm, melk, giftig, toeter, asbak, diepvries, kleuren, versje en hoepel

Verhaal:

Het is prachtig om te zien..! De tuin van de opa van Melvin. Zoveel kleuren! Geweldig! Het is een feest om er rond te lopen. De zon doet nu zo zijn best om alles te bestralen, maar het is daardoor nu wel erg warm!

Melvin zit in het tuinhuisje. Hij wil zo graag een leuk verhaaltje schrijven. Zijn vriendje Joep had dat ook gedaan. Maar ja, wat je graag wilt gebeurt niet altijd. Hij heeft wel wat opgeschreven. Hij zit te denken, of dat niet beter kan. Wil je weten wat er op het papier staat? Het lijkt wel een versje.

Mooi gekleurde bloemen in de tuin. Over een poosje zijn ze wel bruin. Opa loopt er heel vaak rond. Hij doet veel werk in de grond. Plotseling hoort hij opa roepen: ‘Mormel, hoepel op! Zoek maar een andere plek!’ Opa komt het tuinhuisje inlopen en sluit de deur. ‘Dat beest is er weer!’ ‘Bedoelt opa die egel?’ ‘Nee, deze heeft geen poten, maar kruipt!’ ‘Oh, die slang. Die is giftig hè?’ Melvin kijkt verschrikt.

‘Oma komt zo hierheen. Zij zou wat brengen om te drinken.’ ‘Goed dat je het zegt. Ik ga wel naar haar toe om te waarschuwen. We komen dan samen wel hierheen.’ Melvin zit toch wel wat in spanning. Het duurt wel lang voor ze er zijn. Maar ja. Zijn moeder heeft wel eens gezegd: Als je ergens op wacht, lijkt de tijd veel langer te duren.

Hij krijgt zin om de toeter, die aan de muur hangt, eraf te halen en veel lawaai te maken. Maar zover hoeft het niet te komen. De deur gaat weer open. Melvin ziet een dienblad met van alles en nog wat erop. ‘Frisdrank is er jammer genoeg niet. Je mag kiezen: ijs of water met een ijsblokje uit de nieuwe diepvries?’ Melvin kiest voor het eerste. Er is ook wat om te knabbelen. Opa drinkt zijn koffie zonder melk. Ook de koffiemelk is op. De koffiemelk staat samen met de frisdrank op het boodschappenlijstje. Dat moet dus straks weer gekocht worden.

Opa trekt niet zo’n vrolijk gezicht, maar drinkt de kop snel leeg. Hij pakt een sigaartje en wil naar buiten gaan. ‘Opa, let op buiten! De slang is er nog. Die slang is giftig, maar je sigaar ook! Allebei met gif, maar opa kan er wel wat aan doen hè?’ zegt Melvin lachend. ‘Ik heb al een kroon gemaakt. Die zet ik op opa’s hoofd als opa stopt met die stinkstokjes te roken!’ ‘Neem dan de volgende keer, als je komt, dat hoofdsieraad maar mee! Ik stop meteen!’ Opa werpt het sigaartje, samen met het pakje en het mooie asbakje in de afvalbak. ‘Ik weet zeker opa, dat het je lukt. Ik zal deze dag nooit vergeten.’

‘Was jij aan het schrijven voor wij binnenkwamen, Melvin?’ ‘Een paar regeltjes’, Hij leest het voor. ‘Dat klinkt superleuk. Misschien lezen we nog wel eens mooie gedichten van jou in een boek!’ ‘Ik wil verhaaltjes schrijven!’ ‘Iedereen kan wel iets doen, wat het leven leuker maakt.’