De woorden in dit verhaal zijn:
vleermuis, vijver, reiger, bankstel, tafel, ketchup, lekker, sjaal, gelukkig en trommel
Verhaal:
Tante Lotte heeft een trommel met koekjes in haar hand. Waar zal ze hem neer zetten? Op de vensterbank? Niet erg verstandig zou dat zijn. Dan staat hij in de zon.
Benno, haar logeetje, heeft er op de tafel zo’n puinhoop van gemaakt. Hij is bezig met papier vouwen. Vaak lukt het niet. Er liggen veel proppen.
Tante is een beetje moe. Zij heeft de was gestreken en opgevouwen. ‘Zullen we samen die papierproppen even opruimen. Er is dan plaats voor dit lekkers. Zoek direct maar een paar van die bakseltjes voor jezelf uit!’ Het opruimen en uitzoeken is gauw gebeurd.
‘Ik ga lekker even op de bank van het nieuwe bankstel liggen. Als je zin hebt, mag je de tv. wel even aanzetten. Kun je op de mooie nieuwe stoel gaan zitten!’ Tante pakt een handwerkblad. Elke maand ontvangt zij er er één. Er staan heel veel knutselwerken in, haak-, brei- en borduurvoorbeelden. De werkjes die tante gemaakt heeft, zijn niet meer op te noemen! Zoveel! Het laatste was een heel mooie sjaal voor haar oude moeder. Die was er zo gelukkig mee!
Benno gaat rustig verder met zijn geknutsel. Ondertussen geniet hij van de koekjes. Na een poosje wil hij zijn handen even laten rusten.
Hij loopt naar de mooie stoel. Vlug kijkt hij ook nog even naar de tuin. In de tuin is ook een grote vijver.
Hé, wat ziet hij daar? Hij loopt naar het raam om het beter te kunnen zien. ‘Tante’, gilt hij, ‘Ik zie een groot beest met heel lange poten. Het staat in het water!’ Tante schrikt ervan en komt naar hem toe. De langpoot heeft het gegil van Benno kennelijk gehoord. Hij vliegt weg! Tante zegt: ‘Ik heb hem niet kunnen zien. Maar het zou best een reiger kunnen zijn, een grote vogel. Vorig jaar zag ik hem hier ook in de tuin. Mooi dat jij hem nu ook gezien hebt!’
‘Nu we toch allebei overeind staan, gaan we een broodje klaarmaken in de keuken!’. Tante snijdt de broodjes open. Allebei willen ze er eentje. Beleggen doen ze elk zelf. Tante heeft ketchup erbij gedaan. Benno niet. Hij vindt dat niet lekker. ‘We gaan nu niet op de nieuwe meubels zitten. Geen gemors!’ Er staat nog een bankje. Daar gaan ze samen op zitten. Tante doet de tv. aan.
Het is wel een beetje eng wat ze te zien krijgen. Er lopen twee jonge mannen in een grot. Allebei hebben ze een lampje in de hand. Als ze een bocht omgaan, is er wat raars te zien. Wat hangt daar nou? ‘Oh,’ zegt tante, ‘Dat is een vleermuis!’ Een eindje verder hangen nog een heleboel van die beesten aan hun poten. De koppen hangen dus ook naar beneden. Ze slapen lekker. ‘Ik heb deze film al eerder gezien. Even kijken wat er verder te zien is!’ ‘Ik wil die beesten nog wel even zien!’ Terwijl hij dit zegt, vliegt er één weg. ‘Die kon jou toch echt niet horen! Misschien riep zijn moeder hem wel’, zegt tante lachend. ‘Ga jij maar kijken. Ik ga dan wel met het haakwerk aan de gang!’