De woorden in dit verhaal zijn:
zacht, mooi, struik, rivier, viooltje, bijen, flat, boerderij, bewolkt en zomer
Verhaal:
Perry staat met zijn vader in de lift. ‘Druk maar op knop 3′, zegt pa. Hijzelf heeft de handen vol. In de ene een doos gebak. In de andere een bak met plantjes. Er is goed gedrukt op de knop, want op de derde etage van de flat stopt de lift. Pa zijn handen zijn gauw leeg, want er moeten ook tassen buiten de lift gezet worden. Dat is snel gebeurd. Nu moet alles nog in hun woning gebracht worden. Perry’s ma heeft goede oren. Zij hoort haar man en zijn helper aankomen. Ze praten niet zachtjes! Vlug opent ma de voordeur. Ze pakt de tassen aan.
Als pa de doos met gebak aangeeft, kijkt ze verwonderd! Pa ziet dat. ‘Je bent het toch niet vergeten?’ vraagt pa. ‘Morgen is het een feestdag.’ ‘Oh ja, dat is waar ook, jouw voetbalclub is dan 25 jaar geleden opgericht. De vriendengroep viert dat morgen hier. Iedereen zou iets om te drinken, of te knabbelen meenemen. Dat hadden jullie goed geregeld. Sorry, dat ik daar niet aan gedacht heb. Is het al bekend, wanneer de club een open feestdag viert? Dat zal wel voor de zomer zijn hè?’
Perry komt de kamer binnen. ‘Nog één nachtje slapen, dan gaan wij varen op de rivier, pa! Het wordt vast een fijn tochtje!’ ‘Ach lieve jongen’, zegt ma zacht. Ze geeft Perry een aai over zijn bolletje. Ze kijkt haar man aan. ‘Oh jeetje, die kalenders zijn er niet voor niets!’ Hij kijkt naar Perry. ‘Sorry jongen. We zullen dat vaartochtje niet eerder kunnen maken dan overmorgen. Morgen is het hier feest in huis!’ ‘Dan gebeuren er toch leuke dingen.’ ‘En lekkere hapjes! Mmmm. Ik vind het niet erg hoor. Zullen we dan nu de plantjes, die we gekocht hebben in de bloembakken zetten? Zit er ook een viooltje bij. Die vind ik zo mooi!’ ‘Ja’, zegt pa, ‘Hopelijk komen er meer van die mooie bloempjes aan de plantjes. Er zijn verschillende kleuren.’ ‘Kom op, we beginnen meteen. Er moeten ook nog dingen voor morgen klaargemaakt worden. En hopelijk blijft het droog. Zie je hoe bewolkt de lucht is?’ De tijd staat niet stil! De feestdag was super gezellig En de dag daarna?
Al vroeg is Perry wakker. Het zonnetje schijnt en er is niet veel wind. Na het ontbijt vertrekken vader en zoon. Het motorbootje, dat pa gehuurd heeft, ligt al klaar voor vertrek. Wat een belevenis is het! Pa staat achter het stuur. Er is veel te zien. Zo nu en dan eten en drinken ze wat. Maar ja, er is een probleempje! Perry moet plassen. Hij houdt het zo lang mogelijk op! Maar dat kun je niet blijven doen. ‘Pa, daar is een grote struik, kan ik daar even een plas doen?’ Pa zet het vaartuigje vast. Perry stapt uit en doet wat nodig is! Een hond hoort en ziet wat er gebeurd. Blaffend komt hij naar hem toe. Hij komt van het erf van een boerderij. Er komt ook een man aanlopen om te kijken, wat er aan de hand is.
Hij heeft de boot gezien. Hij is van zijn tractor afgegaan en loopt nu naar vader en Perry toe. Pa, de boer en Perry praten gezellig even met elkaar. De boer vertelt ook, dat hij bijen houdt. Perry wil de kassen graag even zien. Dat mag! Er is veel te bekijken. Te veel om alles wat erbij verteld wordt te onthouden. Daarom krijgt hij een boekje over die brombeestjes en ook iets van hen: een potje honing! Als het bootje verder vaart, zwaaien ze naar elkaar. Het wordt een onvergetelijke dag!