De woorden in dit verhaal zijn:
brommer, camera, broodje, eikel, staart, koets, fiets, held, ster en boom

Verhaal:

Hugo loopt het bos in. In zijn hand heeft hij een broodje. Zo nu en dan neemt hij er een hap van. Hij heeft zijn moeder beloofd, dat hij alleen even bij de boom met die mooie grote takken gaat kijken. Zijn moeder wil iets anders gaan doen. Haar broer even helpen. Hij heeft in zijn schuur een paar rijtuigen staan. Die verhuurt hij aan mensen die ze graag gebruiken bij, bijvoorbeeld, een feest.

Morgen gaat er een hele mooie koets naar jonge mensen die gaan trouwen. De ouders van de jonge vrouw willen hun dochter verrassen. Er komt geen luxe auto voor de deur, maar die prachtige wagen met 2 paarden ervoor! Hun dochter zal zich dan in haar prachtige bruidsjurk de ster van de dag voelen. Alles moet er natuurlijk piekfijn uitzien! Dat poetswerk doet Hugo’s moeder vandaag.

Ze kijkt even uit het raampje van de schuur naar buiten. Ze ziet Hugo lopen. Vlug gaat ze aan het werk. Haar broer komt de schuur binnen. Hij heeft op de fiets even een paar boodschappen gedaan. ‘Ha, je bent al bezig! Ik ga even koffie halen. Jij zult wel zin in een bakkie hebben!’ Zijn zus gaat verder met waar ze mee bezig was.

Hugo heeft gevonden wat hij wilde zien. Alles is nog mooier dan hij gedacht had. Die takken steken alle kanten uit. Het is een grote eikenboom. Als hij goed kijkt zijn de vruchtjes goed te zien. Het zou best leuk zijn om ze van dichtbij te bekijken. Hij doet wat hij van zijn mama vast niet had mogen doen. Hij klimt via de stam omhoog. Het gaat moeilijk, maar het lukt. Hij voelt zich echt een held! Er valt een eikel naar beneden. De meesten zijn veel kleiner. Hugo ziet hem op de grond liggen. Dat is een mooie!

In de schuur wordt nog steeds gepoetst. Als mams even weer naar buiten kijkt, is zoonlief nergens te zien. Waar is hij nu gebleven?
Daar ziet ze iemand op een brommer aankomen. Hij stopt. Hij haalt iets uit een tas. Het lijkt wel een camera. Hij doet de hoes eraf.
Dan kijkt hij omhoog en maakt een foto. Ze hoort ook een hond blaffen. Die zit in een mand, achter op het brommertje.
Wat gebeurt daar nu allemaal? De man praat, terwijl hij omhoog kijkt.

Dan ziet mams iets bewegen op een tak. Zou Hugo omhoog geklommen zijn? Zo snel als ze kan, loopt ze ernaar toe. En ja hoor, daar zit de deugniet. Hij kijkt geschrokken. ‘Ik help hem wel even om weer grond onder de voeten te krijgen!’ Dat is snel gebeurd.

Mams is blij, dat hij weer veilig is. De man zegt wie hij is en wat voor werk hij doet. Hij is fotograaf en wilde mooie foto’s in het bos maken. De hond blaft weer. ‘Ik denk dat hij hoge nood heeft’, zegt de man lachend. Ik zal hem even zijn gang laten gaan!’ En ja hoor. De baas heeft het goed geraden. ‘Mag ik wel een foto maken van uw zoon en mijn hond?’ ‘Dan moet hij wel wat vrolijker kijken en niet zo angstig. Volgende keer zal hij wel voorzichtiger zijn!’, zegt mams.

‘Ga jij daar maar zitten, tegen die stam.’ De hond gaat lekker naast Hugo liggen. Het is een mooi stel om op een foto te zetten. Hugo ziet ineens, wat hij uit de boom zag vallen, een …… Hij pakt hem vlug op en legt het op de staart van het beest. Het is heel goed te zien. De fotograaf doet nogmaals zijn best. En het wordt een heel leuk plaatje. Zo mooi, dat het later in een tijdschrift komt. Natuurlijk krijgen mams en Hugo die te zien!