De woorden in dit verhaal zijn:
kousen, strooien, schoen zetten, stift, gordijnen, schatkist, radio, boekenrek, toilet en vaas

Verhaal:

Het wordt ’s avonds in de herfst veel eerder donker. In veel huizen gaan de lampen eerder aan. Je kunt dan naar binnen kijken. Veel mensen doen de gordijnen dicht. Sommigen laten ze open. Maar er zijn ook die vergeten ze dicht te doen. Ook als het beter is ze te sluiten! Zo ook bij oma Betsie!

Zij woont alleen. Veel lampen in haar woonkamer branden. Zij heeft net een kistje van het boekenrek gepakt. Daar zitten sieraden in, maar ook haar ‘poen’. Ze pakt een stuk papier en een stift. Dan gaat ze tellen hoeveel geld er nog in haar schatkist, zo noemt zij die kist, zit. Wel dom natuurlijk! Iedereen, die van buiten naar binnen kijkt, kan zien wat zij aan het doen is!

Een groepje jongens en meisjes loopt haar huis voorbij. Eén van hen heeft naar het rek gekeken. Hij zegt tegen de anderen: ‘Moet je daar eens kijken. Op dat rek staat een vaas! Dat is een heel dure! Een oom van mij heeft er ook zo een!’

Ze lopen door, want de film, in de bioscoop, gaat zo beginnen. Om 8 uur is die weer afgelopen. Het was een super spannende film.

Als ze weer langs het huis van oma Betsie lopen, horen ze geroep en gehuil! Wat is daar aan de hand? Het geluid komt uit het kleinste kamertje! Het raampje staat open. In de kamer is het nog steeds licht. Waar is dat mooie, oude en dure ding gebleven. Het staat niet meer op het rek. Zou die gestolen zijn?

Ze bellen aan bij de buren. Vanuit de kamer klinkt muziek. De voordeur gaat open. Het is nu stil. ‘Ik heb de radio zachter gezet. Hij stond wel wat te luid!’ zegt de man. Vlug vertelt één van de jongelui wat ze gezien en gehoord hebben. Gelukkig heeft de man een sleutel van de achterdeur van de oude vrouw. Binnen gekomen schrikt hij.

In de kamer is het een troep. Op de grond liggen veel scherven. En het lijkt wel, of er iemand heeft lopen strooien met kralen in vele kleuren. Hij hoort ook geroep! Het komt van het toilet. Hij gaat er heen. Daar zit de vrouw te huilen. Ze schrikt wel, als ze de buurman ziet. ‘Ik ben zo ongelukkig bezig geweest. Ik vond het frisjes worden en wilde een paar kousen aantrekken. Dat gaat steeds moeilijker. Eindelijk was het zover. Een schoen zetten op de vloer werd een probleem. Ik viel voorover tegen het rek. De gevolgen daarvan heb je vast gezien! De doos met kralen viel en nog iets! Je kent het wel. De erfenis van mijn opa. Ze snikt luid! Het lukte me nog de wc te bereiken. Ik wist, dat het raampje open stond. Ik ben hier gaan zitten om te roepen!’

Al met al toch goed, dat de jongelui alles gezien hadden. Voor en na de valpartij en de buurman gewaarschuwd hadden. Want die had niets gehoord, maar ook niet kunnen horen!