De 10 woorden in dit verhaal zijn:
broek, rups, chocolade, knutselen, eindstreep, prins, geld, zand, klok en fiets

 

Het is een regenachtige middag. Lars gaat op zolder, samen met zijn vader, knutselen. Hij helpt pa om een klok te repareren. Die was per ongeluk van de schoorsteenmantel geduwd. Gelukkig liep hij nog precies op tijd. Alleen het houten sierwerk eromheen was beschadigd. Het is een nauwkeurig werk om dat te repareren. Er moet veel geplakt worden. Maar dat kan Lars heel goed!

Als ze elkaar goedemorgen gewenst hebben, zegt pa: ‘Die scheur in je broek, dat is modern, hè?’ Lars reageert kortaf. ‘Jullie zien ook alles. Toen ik vanmorgen thuis kwam, begon mams er ook direct over. Zij mopperde op mij. Ik heb toen gezegd dat het heel hip is. Zij vond het maar niks.’ Even is het stil.

‘Papa, … vanmorgen heb ik zo iets raars meegemaakt. Ik was al vroeg met Jiri, een jongen uit mijn klas, op de fiets een ritje aan het maken. We knabbelden lekker op een stukje chocolade dat ik meegenomen had. Bij café “de Prins” zijn ze bezig de oprit te vernieuwen. Er ligt daar veel zand op de weg. Jiri wees toen naar een streep in het zand en zei dat hij ineens aan iets moest denken. Dat wij eens een keer een wedstrijd wilden houden, wie het snelst kon hinkelen. Wij hadden een begin en een eindstreep getrokken. Hij had toen gewonnen.’

‘Is dat nou zo raar?’ vroeg de vader van Lars. ‘Nee papa, dat komt nu. We fietsten weer door op het fietspad.  Jiri reed ineens heel langzaam. Ik vroeg hem een beetje harder te rijden. Ik zei tegen hem: “Je bent toch geen rups!” Ik bedoelde natuurlijk een slak. Jij zegt toch vaak: “Als iemand te langzaam rijdt, brrrr weer zo’n slakkengangetje!”’

‘Jiri fietste niet sneller, maar stapte af. Hij begon te huilen en riep: “Ik wil dit geld niet!” Hij pakte een briefje van 10 euro uit zijn zak en gooide het in een struik naast hem! “Het is niet eerlijk verdiend. Ik heb me erin laten luizen door die grote knullen. Zij hadden mij gevraagd of ik even stil wilde staan. Ik moest één van hen waarschuwen als er iemand aankwam. Die knul bleef bij de ingang van een steegje staan. Waar de rest heenging weet ik niet! Ik zou er iets mee kunnen verdienen, had men mij gezegd! Na een poosje, ik had goed opgelet, kwamen ze weer tevoorschijn. Eén van hen gaf mij dat briefje. Hij zei dat ik niemand iets mocht zeggen van wat ik gezien en gehoord had! Hij ging toen snel achter de anderen aan. Ik vertrouwde het ineens niet meer. Maar durfde ook niet achter hun aan te gaan.”’

Pa loopt naar Lars toe en zegt. ‘Dat karweitje met dit uurwerk kan wel wachten. Wij gaan nu meteen naar Jiri en zijn ouders. We bespreken met elkaar hoe we dit probleem gaan oplossen!
Kom op!’