De 10 woorden in dit verhaal zijn:
deur, paard, lamp, brief, huis, blokfluit, uil, pauw, veer en weer
Ilias loopt heel voorzichtig de trap af. Hij wil dat niemand hem hoort. De trap maakt soms een geluidje. Papa en mama zitten in de kamer. Ze hebben de tv aan. Hij hoort mama zeggen: ‘Wat is een pauw toch een prachtige vogel! Wat zou ik hem graag in het echt eens zien! Kijk toch eens wat een prachtige veren!’ ‘Zoek dan eens een plaats waar ze te zien zijn en waar je ze kunt bewonderen. Dat kan toch geen probleem zijn?’, antwoordt pa.
‘Oh, kijk eens, dat meisje heeft een veer in haar hand!’ ‘Hoor jij niets?’, vraagt papa. ‘Ik hoorde een kraakgeluid!’ Nu schrikt Ilias. Op zijn tenen loopt hij snel naar de deur in de hal. Hij opent deze en trekt hem zo zacht mogelijk weer dicht. Hij staat nu buiten. Het is frisser dan hij gedacht had en ook wat donkerder. Het weer is veranderd. Het waait harder dan vanmiddag. Hij had zich nu warmer moeten kleden. Als hij bij het tuinhekje komt, schrikt hij voor de tweede keer.
Aan de overkant van de straat gaat een hekje open. Er komt een man aanlopen. Hij laat zijn hond even uit. Ilias duikt snel achter een struik. De hond ruikt kennelijk onraad en begint te keffen. Hij is maar moeilijk stil te krijgen. ‘Ja,’ zegt de man tegen het beestje, ‘Ik hoor hem ook.’
In de verte is een uil zijn best aan het doen, zich te laten horen. Nou, hij heeft succes. Gelukkig, denkt Ilias, ze komen niet deze kant op. Hij loopt nu zo voorzichtig mogelijk langs de tuinen. Hij heeft zijn oren en ogen zo goed mogelijk open. Nu moet hij langs een huis, waar een lamp in de tuin staat. Het is een groot licht. Gelukkig staan er ook een paar grote struiken. Hij ziet een fietser aankomen en weer maakt Ilias een duikvlucht in een struik. Hij verdwijnt er helemaal in en moet moeite doen om er uit te komen. In de verte hoort hij muziek. Hij blijft even heel stil zitten om te luisteren. Wat een mooi liedje. Hij kent het! Dat is ook geen wonder. Hier woont een meisje, één van zijn klasgenootjes. Gisteren hebben ze allebei in een groepje dat liedje gespeeld. Op een blokfluit. Maar hij wil verder gaan. Hij is hier niet voor niets.
Vanmorgen kreeg hij een brief in zijn hand geduwd van een jongen uit zijn klas. Zij spelen vaak samen op het schoolplein. Op dat papiertje stond iets naars. Iets wat echt niet zou mogen gebeuren. Het ging over een heel oud paard, dat vaak geplaagd werd. Vanavond zou dat weer gebeuren. Dat had zijn vriendje Wilco toevallig gehoord. Wilco wist niet wat hij eraan kon doen. Ilias wil nu iets proberen. Hij komt bij een klein weilandje. Er staat een stalletje met dichte deur. Ilias moet zich alweer verschuilen, want de jongens komen er aan. Het oude beestje staat in een hoekje van het weitje.
De jongens halen allerlei dingen uit hun zakken om het arme dier te pesten. Ze zorgen er wel voor, dat er geen wonden komen. Als dat zou gebeuren, gaat men uitzoeken wie dat gedaan heeft. Vluchten kan het gepeste dier niet.
Ilias heeft zijn mobieltje gepakt. Hij gaat nu iets doen, wat opa hem kort geleden heeft geleerd. Foto’s maken van dat gepest. Zo stiekem mogelijk. Of ze gelukt zijn? Hij heeft het in ieder geval geprobeerd! Ongezien gaat hij naar huis. Via de nog open achterdeur gaat hij naar binnen. Dan volgt de zoveelste duik. Nu niet in een struik, maar weer in zijn lekker warme ….. bedje.