De woorden in dit verhaal zijn:
krant, boek, winkel, school, mevrouw, kist, haan, kerk, deurknop en raam
Verhaal:
Daar komt een deftige mevrouw aanlopen. Ze draagt heel mooie, dure kleding. Ze loopt wel een beetje snel. Een eindje achter haar loopt een jonge man. Hij roept naar haar. Ze verstaat hem niet. Hij spreekt een vreemde taal. Wel heeft ze even achterom gekeken. Ze is toen geschrokken. Hij zag er heel apart uit. Toen ze zojuist een winkel verlaten had, volgde iemand haar al. Hij had iets in zijn hand. Hij probeerde een tas uit haar hand te trekken. Dat lukte niet. Hij had de onderkant van de tas wel even vastgepakt en geprobeerd het open te snijden. Ze had hem niet gezien. Het ging allemaal zo snel!
Er komt een andere man aanlopen. Ze hoort haar achtervolger wegvluchten. Hij is gelukkig foetsie. Dan loopt er weer iemand achter haar. Is hij weer teruggekomen? Ze loopt langs een school. Er klinkt een bel. Even later vliegen er kinderen langs haar op weg naar huis. Eén van hen laat een boek vallen. De man, die achter de vrouw aanloopt, pakt het op en geeft het aan het kind. Die roept: ‘Bedankt Alain!’ Het gebeurt allemaal achter de snel lopende dame. Eindelijk komt ze bij de zijstraat waar zij woont.
Als ze linksaf gaat, komt er een politieagent op de fiets daar vandaan. ‘Oh gelukkig! Help me!’, roept ze. ‘Er komt een dief achter me aan!’ Ze durft nu wel om te kijken. De dief zal nu wel proberen weg te komen Maar nee hoor. Hij komt naar haar toe. Hij heeft een aantal dingen in zijn handen. Hij zegt in een vreemde taal iets tegen de agent. Wat was er gebeurd?
De man was bij een kerk aan het werk. Er moeten dingen gerepareerd worden. De deurknop van de zijdeur moest hersteld worden. Iemand had geprobeerd die deur open te breken. Hij had daarbij ook een klein raam ingeslagen. Die was al vernieuwd. De harde werker had de vrouw voorbij zien lopen en gezien, dat er wat uit de vernielde tas gevallen was. Hij raapte het op en ging haar achterna. Hij wilde het haar geven. Terwijl hij achter haar aanliep, waren er nog wat spulletjes gevallen en hij had alles opgeraapt.
Alles bij elkaar is het veel waard. Als hij het zelf gehouden zou hebben, had hij, als vluchteling, er veel lekkere maaltijden voor kunnen kopen. De vrouw steekt haar hand uit naar de man. Zij zegt in het Engels, hartelijk bedankt. Ze had gehoord dat hij die taal wel een beetje kende. Ze wil hem ook wat geven. Dat kan hij morgen komen halen bij haar huis. De agent helpt mee als tolk. Ze zegt: ‘Kijk, daar woon ik! De haan, die nu kraait, is niet van mij hoor!’
Als hij de volgende morgen aanbelt op het aangewezen adres, wordt hij binnengelaten. Hij krijgt koffie met wat lekkers. Even later vertrekt hij met een tas vol kostbare spullen. De vrouw had het verzameld uit een kist, die op de zolder staat. Oud spul, maar wel waardevol. De man lacht heel blij als hij weggaat. De vrouw pakt de krant die net op de deurmat gevallen is. Op de voorpagina staat een bericht over de tassendief. Hij is opgepakt! Gelukkig!!