De woorden in dit verhaal zijn:
binnen, geluid, heerlijk, banden, bloesem, klapraam, veilig, moeder, gebouw en leugen

Verhaal:

Ik ben Mila. Mama heeft mij net van school gehaald. Ze is mooi op tijd! Daar ben ik zo blij om. De afspraak bij de garage om twee banden te verwisselen klopte. Mama kon haar wagentje precies op tijd weer meenemen. Dat is weleens anders gegaan! We rijden nu over een weg, die een beetje hobbelig is. Ik vind dat heel leuk. Een belletje in de auto klingelt zachtjes. Het is een vrolijk geluid.

Als we naar buiten kijken, zien we iets heel moois. De fruitbomen staan in volle bloei! Het is een plaatje, al die bloesem. Kunnen we over een tijd weer heerlijk vers fruit eten! We moeten nog ongeveer een half uur rijden. Dan zijn we bij de flat van oom Ralf en tante Brita. Ze wonen daar nog niet zo lang. We zijn er al eens eerder geweest. Ik schrok toen ik het hoge nieuwe gebouw zag! Mijn vader, die er toen ook bij was, heeft mij voor zoveel dingen gewaarschuwd. Het leek wel of we de bergen in gingen. Er mochten zoveel dingen niet! Ik weet niet of ik alles onthouden heb. Maar van de meeste gevaren weet ik wel of het veilig is. Vooral op de balkons en bij de ramen moet ik voorzichtig zijn! Op de grote parkeerplaats bij de flat krijgt de auto een mooi plaatsje.

Ik kijk voor de ingang omhoog. Daar bovenin is ergens de flat van oom en tante. Gelukkig hoeven we niet naar boven via de trappen! Als we naar binnen gaan, zien we dat er een lift open is. Die kan ons dus naar boven verplaatsen. En daar gaan we, na een druk op een knop. In een hoek staat nog iemand, een oude vrouw. Ze kijkt bedroefd en heeft een traan in haar oog.

‘Ik kon er echt niets aan doen’, zegt ze. ‘Gedane zaken nemen geen keer!’ Ze laat haar hand zien. Er zit veel verband om heen. ‘Ik wilde vanmorgen het klapraam dicht doen. Het ging moeilijk. Het werkte niet goed. Toen het bijna lukte, zat mijn hand er tussen. Eerst deed dat klapgeval het ook al niet, maar nu moest het goed werken. Dat hadden ze gezegd, nadat ze er iets aan veranderd hadden. Dat was een leugen. Wie liegt er nou tegen een oude vrouw!’

We stappen alle drie op dezelfde etage uit. Tante heeft de deur van haar flat al open gezet. Ze had ons aan zien komen! Ze komt ons tegemoet.

Ze groet de vrouw. Het is haar buurvrouw. Ook zij krijgt een heerlijkkopje koffie met cake. Een hartelijke ontvangst. Als ze naar haar eigen woning gaat, heeft ze een stralende glimlach op haar gezicht!