De woorden in dit verhaal zijn:
hoogte, beker, buren, bezem, grasveld, vreemde, vader, modder, opzij en soepel
Verhaal:
De vader van Karolijn is bezig in de tuin. Hij doet heel rustig zijn werk. Dat moet ook wel, want hij is ziek geweest. Hij heeft lang op bed moeten liggen. Dat was heel vervelend! ‘Papa, zal ik je even helpen?’, vraagt Karolijn. ‘Ik zou graag wat water willen hebben om op te drinken!’ ‘Ik haal het meteen!’, is haar antwoord. Snel loopt ze naar de keuken. En heel rustig lopend, komt ze terug met een volle beker. Toch is hij nog maar goed halfvol als ze bij pa terug komt. Ze heeft dit klusje weleens vaker gedaan. Toen zat er nog minder water in. Al doende leert men. Dat snap je wel hè?
Er wordt een deur geopend en weer dicht gedaan. Pa kijkt opzij en ziet dat de buren ook in de tuin gaan werken. De buurman krijgt ook hulp van een wat groter iemand. Het is zijn vrouw. Ze lopen direct richting de haag tussen de beide tuinen. ‘Je bent weer aardig opgeknapt, zie ik!’, zegt de buurman. ‘Neem niet te veel hooi op je vork!’
‘Mijn papa doet dat nooit. Je kunt toch niet met een vork hooi eten?’ zegt Karolijn. Papa lacht: ‘De buurman bedoelt dat ik niet te hard moet werken! Dat doe ik ook niet hoor!’ De buurvrouw gaat naast haar man staan. Karolien kijkt omhoog. Zij is nog wat te klein. ‘Dag tante Lisette!’. Ineens is tante verdwenen. Karolijn schrikt. Wat is er gebeurd? Ze horen gegiechel. Er valt iemand. Gelukkig niet erg hard. ‘Dag Karolijn. Hier ben ik weer! Ik heb even het grasveld van heel dichtbij bekeken. Niet dat ik dat wilde! Mijn benen kon ik niet staande houden. Ze gleden weg in de modder!’ Ze legt haar handen op de haag.
‘Wat groeit dit gevaarte snel! We moeten met elkaar maar eens afspreken tot welke hoogte we hem willen. Hij kan geknipt, maar ook geschoren worden. Onze elektrische heggenschaar hebben we niet voor niets!’ ‘Hé, wat staat hier een vreemde plant? Er zitten stekels aan. Gelukkig ben ik daar niet in gevallen! Ik wil weleens weten wat voor soort plant het is. Dat is tegenwoordig gemakkelijk op te zoeken!’ ‘Karolijn, ik zie dat je papa wil stoppen met het werk. Heb jij zin om mij even te helpen? We kunnen binnenkort weer heerlijk op het terras zitten. Misschien direct zelfs wel even. Het zonnetje schijnt. Maar voor we gaan zitten, wil ik daar toch even een beetje vegen!’
‘Mag ik papa?’ vraagt Karolijn. Hij knikt ja. Karolijn verhuist voor even! Tante Lisette heeft een bezem gepakt en begint te vegen. Heel soepel buigt zij zich zo nu en dan voorover om wat onkruid weg te steken. Voor Karolijn is er niet veel te doen.
Ze mag iets gaan doen wat ze graag wil. Bordjes klaarzetten voor een grote schep vol heerlijk ijs! Zittend op het schone terras, genieten ze van het lekkers!