De tien woorden in dit verhaal zijn:
winkel, sloot, knuffel, raam, roos, vlieg, boek, familie, lamp en noot
Verhaal:
Dat zie je niet zo vaak. Er komt een familie de boekenzaak binnenlopen. De verkoper staat bij de kassa en kijkt verwonderd. Ze komen samen binnen, maar ze lopen elk een andere kant op. De man gaat naar de afdeling dag- en weekbladen. De vrouw naar de handwerkbladen. En een jongen en een meisje, dat zullen hun kinderen wel zijn, gaan naar het rek met kinderboeken. De vader zegt tegen de jongen: ‘Niels, zeg even tegen de man bij de toonbank welk boek je wilt. En vraag of ze het hebben. Je weet de titel!’
‘Oh Nadia, doe jij hetzelfde!’, zegt de moeder. Niels doet wat er gevraagd wordt. En staat snel weer, met wat hij hebben wil, bij zijn ouders.
En Nadia? Die hoort niet wat haar moeder zegt. Ze is wel de goede kant uitgelopen, maar ze ziet iets dat zo leuk is. Het is een knuffel. Een schattig hondje. De verkoper heeft wel gehoord wat de ouders vroegen.
Hij loopt meteen door naar Nadia. ‘Leg dat beestje maar even neer en vertel me wat je hiervan wilt!’ Hij wijst naar de hele rij leesboeken voor kinderen. ‘Wat van dit leesvoer wil je hebben?’, vraagt hij lachend. ‘Dit boek!’, is het antwoord. Het is er één, die toevallig goed te zien is.
Vader staat al klaar bij de kassa. De betaling is snel gebeurd. Er staat een vaas prachtige bloemen op de toonbank. Nadia krijgt een roos. ‘Geef die maar aan je moeder!’ Zij krijgt zelf ook wat. Een pakje. ‘Maak die thuis maar open, anders ontsnapt het misschien!’ De verkoper geeft vader een knipoog. Dan verlaten ze de winkel. Door het grote raam zwaaien ze nog naar elkaar. Ze hoeven niet ver te lopen om thuis te komen.
Als ze over een bruggetje over een sloot gaan, zegt pa: ‘Pas op Nadia, laat je pakje niet vallen!’ Hebben jullie al een idee, wat er in dat pakje zit?
Het eerste dat ze thuis doen, is eten. Daar hebben ze alle vier zin in. Als de buiken gevuld zijn, gaan ze hun spulletjes bekijken. Mama doet eerst op twee plaatsen een lamp aan. Het wordt al aardig schemerig. Nadia maakt vlug haar pakje open. Het boekje moet maar even wachten. Nadia gilt het uit als ze ziet wat ze heeft gekregen. Het ligt in haar armen en blijft daar een hele poos. Het krijgt een heleboel aaitjes en soms een kus. Dan pas gaat het boekje open.
Niels geniet van zijn keuze. Er is nog iets wat daarvan geniet. Een vlieg loopt, na de landing, over een bladzijde. ‘Sla hem niet!’ zegt mama. ‘Dan komt er een rode vlek op! Weet je wat je nog wel moet doen?’
‘O ja, een half uurtje op mijn blokfluit spelen om te oefenen!’ Als de eerste tonen klinken, zegt pa: ‘Die ene noot klinkt zo vals. Opnieuw!’ ‘Zo’n hard ding om te snoepen maakt toch geen muziek?!’ roept Nadia. ‘Dat is het ook niet, maar een toon!’, zegt mama. ‘Maar ze hebben wel iets dat hetzelfde is! Kijk maar eens!’ Vlug krabbelt zij iets op een oude krant. En wat staat daar? toon – noot! Je moet het maar zo snel zien als mamaatje!!