De tien woorden in dit verhaal zijn:
zalm, boerin, bloem, jas, kring, heks, bel, gast, bank en klok

Verhaal:

De bel in de hal van de school wordt in beweging gebracht. Er klinkt een gezellig geluid. Natuurlijk weet iedereen wat dat betekent. En dat is te zien. Allen, groot en klein, gaan rustig, maar wel zo vlug mogelijk naar zijn of haar plaats. Er is altijd eentje de laatste. En dit keer is dat Nettie. Zij loopt heel voorzichtig. Ze heeft een bloem in haar hand. Het geval wiebelt een beetje op het steeltje. De kleur is geel. Iedereen kent haar wel. Er wordt door de meesten in de klas verwonderd gekeken. Een paardenbloem? Fons roept lachend: ‘Wil je haar kwijt, Nettie? Ik help je wel even!’ Hij trekt het gele schoonheidje van de steel en knijpt er stevig in. Wat er overblijft is een rommeltje.

Bij Nettie staat het huilen nader (is dichterbij) dan het lachen. De juf, die al op haar plaats achter haar tafeltje zit, staat op. ‘Fons, jij raapt die rommel op. Ik wil geen bloemblaadje meer zien!’ ‘Waarom nam jij die mooie paardenbloem mee? Zo bijzonder is zij toch niet?’ ‘Dat is het ook niet’, zegt Nettie zacht. ‘Maar ik zag haar op de TV van heel dichtbij. Ik vond haar zo mooi! Toen ik naar school toe liep, zag ik een heleboel in een weiland staan. Ik wilde allen hier in de klas ook laten zien hoe mooi zij is. De boerin vond het prima dat ik er een plukte. Zij vertelde mij dat zij daarom ook even op de bank zat te kijken. Ik hoorde van haar ook nog, dat er dit jaar alweer een cirkel van paddenstoelen in het gras gestaan had. Heel mooi was dat. Haar zoon had er een foto van gemaakt.’

Fons, die klaar is met opruimen, steekt zijn vinger omhoog. ‘Zij heeft, ik weet het bijna zeker, met mijn oma gesproken!’ ‘Dan vertel je je oma maar wat je Nettie aangedaan hebt!’ zegt de juf. Joep zegt lachend: ‘Vraag haar dan ook even of er een heks in het midden van die kring met paddenstoelen danste? Een heksenkring wordt dat volgens mij genoemd!’ ‘En nu gaan we met de sommetjes aan de gang. Daarvoor zijn we hier!’ Wie dat zegt, kun je wel raden!

Na de pauze volgt er een verrassing. Er komt een gast. Een man die heel veel weet van vissen. Maar vanmorgen staat er zalm op zijn programma. Die wordt op heel veel plaatsen gevangen. Er zijn ook heel veel soorten. Hij zal een filmpje laten zien. Daarop is ook te zien hoeveel lekkers ervan gemaakt kan worden. Als hij het schoolplein oploopt, staat het grote scherm al op zijn plaats. Het is prachtig weer. Hij trekt zijn jas uit. Het is geen lang verhaal dat ze te horen krijgen, maar het wordt zo grappig verteld. Als de klok van de kerk begint te luiden, stopt hij met de vraag: ‘Smaakt het naar meer?’ ‘Jaaaaa!’, roepen de meesten.

Het is etenstijd! Wat iedereen op het bord krijgt is een andere vraag. Afwachten voor de meesten! Nettie is een van de eersten die het schoolplein verlaat. Er loopt iemand achter haar en haalt haar in. ‘Nettie, het was een rotstreek van mij om die bloem te vernielen! Jij wilde er de anderen van mee laten genieten. Ik houd zelf ook van de natuur.  Heel toevallig heb ik vorig jaar bij mijn oma zo’n paardenbloem getekend. Oma, dat is de vrouw waar jij mee gepraat hebt, die vond het zo mooi. Zij heeft die tekening zeker bewaard. Als dat zo is mag jij hem hebben. Laten we even bij haar langs lopen.’

Oma is heel verbaasd als zij hen beiden ziet. Zij hoort wat er gebeurd is! En wie gaat er met de tekening ’s middags naar school! Een stralende Nettie!!