De woorden in dit verhaal zijn:
sint, pepernoot, paard, knuffel, wasmiddel, muis, auto, inpakpapier, viltstift en schaar
Verhaal:
‘Rolisa, ik heb je dit nu al twee keer gezegd! Je moet recht op je stoel gaan zitten!’ Rolisa schrikt en schiet overeind. Ze heeft iets in haar hand! Een viltstift! ‘Deze is nu al twee keer gevallen!’, mompelt Rolisa. ‘Dan moet je hem steviger vasthouden! Het lijkt wel of je niet uitgeslapen bent!’ ‘Ik heb zo gek gedroomd!’ is het antwoord. ‘Wil je erover vertellen?’, vraagt de juf. ‘Het is niet zo’n leuke droom!’
‘Ik zag iemand op een paard door een stille straat rijden! De ruiter had een lang wit geval aan. Het leek wel op een jurk. Een stom gezicht was het. Op zijn hoofd had hij een muts, die leek op die van de Sint. De witte baard zag er een beetje slordig uit. Ineens was er veel te doen. Uit een zijstraat kwam een auto aanrijden. De chauffeur sloeg met zijn vuist op de knop van de claxon! Dat had hij beter niet kunnen doen! De vreemde ruiter zat ineens op een steigerend dier. Hij viel bijna achterover. De chauffeur reed snel door!’
‘Er ging een deur van een huis open. Er kwam een boze vrouw aanlopen. Zij keek naar de geschrokken ruiter. “Hebt U zo’n toeter?”, vroeg ze. Zij had de rijdende wagen niet gezien! “Dit arme beestje schrok zo dat ze onder mijn bed dook!” In haar armen hield ze een schattig jong hondje. Zo te zien was het haar knuffel!’
‘Sinterklaas stapte van de schimmel. Hij gaf het kleine beestje een aaitje en zei tegen de vrouw: “Je zult wel denken; wat ziet die man er raar uit. Schrik niet, ik ben Sinterklaas! Er is iets gebeurd met mijn mantel. Eén van mijn Pieten wilde mijn lange rode mantel uitwassen. Die was smerig geworden tijdens mijn bezoek aan de inpakruimte. Ik wilde kijken of alles daar goed ging! Erg hard gewerkt werd er op dat moment niet. De inpakpieten hadden veel te veel lol met elkaar. Het was erg rommelig. Niet zoals het er normaal uitzag. Eén van de Pieten gooide een glas wijn over het lichte gedeelte van mijn mantel. Daar schrok hij zo van. Piet wilde mijn jas wassen. Hij had een wasmiddel. De andere pieten ruimden de troep vlug op. De schaar lag op een stoel. Die werd weer op zijn plaats op de tafel gelegd. Het inpakpapier werd weer netjes opgerold. De pepernoot, die op de grond lag, was al weg! Die had een nuttig plaatsje gekregen. In de maag van een liefhebber, een muis.”
”De Piet, die de mantel met zijn glas wijn smerig gemaakt had, kwam er toen aan. Trots liet hij het resultaat van de wasbeurt zien. Superschoon! Eerst moet de jas nog gedroogd worden. Dat gebeurde bij de kachel. Hij beloofde, dat hij hem morgen bij de eigenaar zal brengen. Je weet wie dat is hè?”’
‘Rolisa, heeft die boze vrouw geluisterd naar het hele verhaal van de kletser?’ vraagt Boris één van de klasgenoten. Rolisa haalt haar schouders op. ‘Dat moet je haar zelf maar vragen!’, zegt ze lachend!