De woorden in dit verhaal zijn:
koek, taart, poes, hok, volleybal, Texel, foto, kaart, mobiel en ranja
Verhaal:
De moeder van Brigit en Lars is de zolder aan het opruimen. Veel spul kan weggedaan worden. Zij vindt ook nog een oude atlas. Zij bladert het snel even door. Zij ziet ook een kaart van Nederland. Leuk, die eilanden daar aan de bovenkant! De atlas blijft bewaard! Ineens denkt zij aan een stukje dat zij in een blad gelezen had over het eiland Texel. Daar staat een hele mooie vuurtoren. Je kunt een afspraak maken om daar eens naar boven te klimmen. Je moet wel stevige benen en voeten hebben, want je moet bijna 120 treden omhoog. Een lift is er niet! Ook kinderen vanaf een bepaalde leeftijd mogen mee naar boven. Zij zal nog snel weleens nakijken of er meer bekend is over die mooie toren en dat eiland. Er is vast wel iets te vinden op haar mobiel of op de iPad.
Als ze ’s avonds gezellig met elkaar rond de tafel zitten te eten. Heeft mama een voorstel! Zij kijkt ze één voor één aan. Dochter Brigit, zoon Lars en haar man. ‘Ik heb een leuk idee voor een uitje! Wat vinden jullie ervan om eens naar een eiland van ons land te gaan? Ik vertel nog wel, hoe, wat en waar!’ Pa weet wel welk eiland en waarom ma daar met hen heen zou willen gaan. Ze heeft hem dat wel eens gezegd. De kinderen hebben wel eens van een eiland gehoord. Een klein stukje land in een zee of meer. Je moet erheen kunnen zwemmen of varen met een boot. Het lijkt hen zó leuk om dat eens mee te maken. Hoe eerder hoe beter en fijner!
Mams regelt het bezoek aan de vuurtoren. Na overleg met pa natuurlijk! Ze gaan een hele dag op stap. Er moet dus ook iets geregeld worden voor de poes. Dat is niet zo’n héél groot probleem. In de bijkeuken staat een hok. Niet zo’n hele grote hoor! Daarin staat een bakje om eten in te doen, als het beestje even alleen moet zijn. Ook een kommetje om water in te doen. Het beestje kan daar ook slapen. In de deur naar buiten, die op slot is, zit onderin een klapluikje. Ze kan dus, als ze naar buiten wil. En ook weer naar binnen. In de tuin heeft ze een eigen stukje grond. Ze kan niet weglopen.
Eindelijk is het dan zover. Een tas is volgepakt met allerlei spulletjes. Regenkleding en wat warme kleding voor het geval het nat of kil wordt. Aan drank is ook geen gebrek. Ook pakjes ranja hebben een plaatsje gekregen. En een koek komt ook goed van pas! Ma is twee dagen voor het vertrek met een aantal vriendinnen van de club, volleybal, druk bezig geweest. Ze hebben de spieren van benen en voeten extra verstevigd. Je weet waarom mama dat graag deed hè? Ze vertrekken vroeg met papa’s auto. Ze moeten ongeveer 100 km rijden. Maar als ze de helft van dat aantal gereden hebben (weet je hoeveel dat is?), moet pa stoppen.
De weg staat vol auto’s, vrachtauto’s, etc.. Na een momentje horen ze via de radio dat er een groot ongeluk gebeurd is. Alle verkeer staat vast. Er moet veel geregeld worden om iedereen weer aan het rijden te krijgen. De familie kan het bekijken van het eiland en de hoge toren wel vergeten. Ma belt naar de vuurtoren. Het bezoek kan niet doorgaan! Ze mag de kaarten ruilen voor nieuwe. Dit voor het geval ze wel een keer kunnen komen. Dat is toch wel fijn hè? En weet je wat ze ook nog krijgen? Een mooie grote foto van de vuurtoren. Ook een reclameblad van het eiland. Daar staan veel mooie afbeeldingen in van wat op het eiland te zien is.
Je weet wat er om te eten en drinken ingepakt is. Daar hebben ze nu wel zin in. Aan het nare lange wachten komt een eind. Gelukkig! De auto rijdt weer.
Nu gaan ze via een andere weg naar huis terug. Als ze een banketbakkerszaak voorbij rijden, stopt pa. Ma koopt een taart. Het is geen feest, als ze hun huis binnen gaan met het lekkers.
Eentje is wel blij, dat ze er weer zijn. Dat beestje, dat zo graag bij iemand op schoot kruipt. Het lekkers, dat mama onderweg gekocht heeft, wordt kleiner gemaakt. Een groot stuk verdwijnt in de magen van de reizigers. Je hoort ze niet meer klagen!!