tante zorgt voor een goede smaak!

De woorden in dit verhaal zijn:

knijper, kiwi, kokosnoot, konijn, kikker, knobbel, kladblok, klok, klokhuis en koken

Verhaal:

Kleine Simone en Johan zijn met oom en tante een tochtje met de auto aan het maken. Niet zo heel ver, want tante moet het avondeten nog klaarmaken. Er moeten nog wat verse etenswaren
gekocht worden. Er moet toch lekker gegeten worden. In het dorp, waar ze doorheen rijden, zijn een paar winkels. Ook een groente- en fruitzaak en een slagerij. Er mag, zolang er plaats is, voor de winkels geparkeerd worden. Ook ernaast, of erachter. Oom parkeert zijn auto achter de slagerij. Tante gaat de slagerij binnen en koopt lekkere kipfilets. Kleine Simone en Johan mogen andere etalages bekijken. Dat kan allemaal op een veilige manier.

Oom gaat een winkel binnen, waar ze niet alleen uurwerken verkopen, maar ook repareren. De klok, die bij oom en tante in de huiskamer hangt, stond stil. Oom legt het zware ding op de toonbank. Hij kan gemaakt worden. Na een week loopt hij weer, wordt beloofd. Als tante de slagerij uitkomt, ziet ze dat een jongen, die uit de deur komt van een woning boven de winkel. In zijn hand heeft hij een appel, die is bijna op. Alleen het klokhuis is er nog. Hij gooit hem met een boog opzij, op het voetpad. Tante roept: “Die afvalbak staat daar niet voor niets!” Het kereltje hoort het niet, of wil het niet horen. Hij loopt vrolijk fluitend verder. Mopperend pakt tante naar een grijper in het netje van haar rollator. Zelf kan ze daarmee nog iets van de grond pakken. Zich bukken lukt niet meer. De kans om dan te vallen is te groot. Zo kan de rest van de appel in de afvalbak verdwijnen.

Kleine Simone en Johan lopen over een bruggetje, dat de en kant van de straat met de andere verbindt. Ze hadden gezien, dat tante daar overheen gereden was met haar rollator. Onder de leuning van de brug zit een heel klein groen beestje te loeren naar alles wat voorbij komt. Het is een kikker. Hij heeft een knobbel op zijn koppie. Hoe die daar terecht gekomen is?

Als ze aan de andere kant, op het laatste stuk van de brug lopen, zien ze een snel beestje op de wal lopen. Al lopend kijkt het, of er iets te knabbelen valt. Het is een mager konijn. Kleine Simone ziet tante het groente- en fruitzaakje binnen stappen. Vlug gaan zij en haar broertje tante achterna. Van tante mogen zij allebei iets uitzoeken. Johan hoeft niet lang te denken. Hij loopt direct naar een kist met reuze grote noten erin. Hij zoekt er een mooie uit; een kokosnoot! En Kleine Simone? Die heeft niet genoeg aan één, maar doet er vijf in een zakje En tante? Die heeft veel meer nodig om lekker te kunnen koken. Haar mandje is behoorlijk vol. Ook fruit ontbreekt daarin niet. Tante kijkt nog vlug even in haar kladblokje, of ze alles heeft. Dat is oké!

Als ze buiten komen, zien ze, dat oom naar hen loopt te zoeken. Johan roept hard: “Zoekt en gij zult vinden!” Oom hoort hem en loopt lachend naar hen toe. Met elkaar gaan ze naar de auto. En daarmee weer naar huis terug.